Heb jij een atlas in huis? Of kun je met Google Maps overweg? Zoek dan eens Oezbekistan en Turkmenistan op. De apostel Judas is hier geweest om de mensen te vertellen over de Heere Jezus. Petrus is naar Rome gegaan. Johannes preekte het Woord in Turkije. Andreas vertrok richting Armenië, Thomas en Bartholomeus zouden zelfs helemaal richting India zijn gegaan. Mattheüs en Simon Zelotes hebben in Afrika verteld over de Heere en Paulus is waarschijnlijk zelfs naar Spanje en Portugal gereisd. 

Zending is een opdracht

Wat de discipelen deden, is zending. Zij bereikten volken met het Woord van God die er eerder nog nooit van hadden gehoord. Want voordat de Heere Jezus naar de hemel ging, zei Hij: ‘Gaat dan heen, onderwijst al de volken’ (Mattheüs 28:19). Zending is dus een opdracht van de Heere Zelf.

Die opdracht geldt nog steeds. Alle volken moeten horen Wie God is. De discipelen zijn gestorven. Maar na hen waren er andere zendingswerkers, ook in Nederland. Nu hebben we in Nederland genoeg kerken om zelf zendingswerkers uit te zenden naar allerlei landen. Zo zullen mensen in Albanië, Cambodja, Ecuador, Guinee en Japan God ook leren kennen.

Zending wordt gezegend

Zendingswerk is niet gemakkelijk. Soms werkt de regering van het land tegen. Andere landen zijn best wel gevaarlijk. En op weer andere plaatsen is het heel moeilijk om de taal van de mensen te leren. Maar toch zal de Heere het werk zegenen. We lezen dat bijvoorbeeld in Psalm 22: ‘Alle einden der aarde zullen (…) zich tot de Heere bekeren.’ De Heere belooft dat mensen uit allerlei volken zich zullen bekeren en Hem aanbidden. Wat een blijdschap!